Monday, November 20, 2017

‘Het Betere Idee van Afghanistan’


Zes Afghaanse meisjes wonnen de zilveren medaille in een internationale robotwedstrijd. Tijdens een bezoek aan Amsterdam vertellen ze hun verhaal.



Dit artikel is gepubliceerd in NRC Handelsblad van 17 oktober 2017

Eigenlijk zou er helemaal niets opmerkelijks aan moeten zijn: zes Afghaanse tienermeisjes die vertellen over hun dromen om informatica en robotica te studeren, om ingenieur te worden, om een robot te bouwen die gras maait, om een eigen bedrijf op te zetten. De meisjes zijn tussen de veertien en zestien jaar oud en wonen in Herat in het westen van Afghanistan. Ze zijn een paar dagen te gast bij de World Summit AI in Amsterdam, een conferentie over kunstmatige intelligentie en de toepassingen daarvan.

Afgelopen juli zou het meisjesteam meedoen aan de internationale robotwedstrijd FIRST Global in de VS. Tot tweemaal toe werd hen echter een visum voor de VS geweigerd, zonder opgaaf van reden. Tweemaal hadden de meisjes voor niets de reis vanuit Herat naar de hoofdstad Kabul ondernomen om een visum aan te vragen, door een gebied dat door de Taliban wordt gecontroleerd. Nadat er internationale verontwaardiging losbrak over de visaweigering, kwam de Amerikaanse president er zelf aan te pas om de meisjes toch toe te laten.

Tijdens de robotwedstrijd won het team de zilveren medaille in de categorie ‘Moedige prestaties’. De tieners werden geprezen voor hun doorzettingsvermogen ondanks voortdurende tegenslagen. Behalve de problemen rond hun visa, konden ze in Afghanistan ook maar moeilijk aan de benodigde onderdelen voor hun robot komen. Uiteindelijk had het team maar twee weken de tijd om de robot te bouwen, waar andere teams vele maanden hadden.

Net een week terug in Afghanistan kwam de vader van het jongste meisje, de 14-jarige teamcaptain Fatemah Qadiryan, om tijdens een ISIS-aanslag in Herat. Op het conferentiepodium in Amsterdam vertelt Fatemah: “Toen ik terugkwam uit de VS omarmde mijn vader me en zei: ‘Je hebt trots teruggebracht naar dit land en deze mensen.’ Een week later was hij er niet meer, de man die voor mij alles was. Hij stond op tegen alle traditionele beperkingen die er in mijn land voor vrouwen bestaan. Ik ben heel blij dat ik hem in zijn laatste dagen nog zo trots heb kunnen maken.”

Ik vraag de meisjes om hun robot te gaan halen en met zijn allen in een kring rond de robot te gaan zitten: de zes tienermeisjes − Fatemah, Lida, Yasimin, Somayah, Kaswar en Rodaba − hun mentor en software-ingenieur Alizera Mehraban, en ook de vrouw die zich het meest heeft ingezet voor het team: Roya Mahboob, een in de VS wonende Afghaanse ondernemer en oprichter van Digital Citizen Fund. Deze non-profitorganisatie onderwijst vrouwen en kinderen in Afghanistan in digitale vaardigheden. Roya vertaalt ook in het Engels wat de meisjes me in het Afghaans vertellen.

“In Afghanistan gebeurt heel veel werk nog met de hand”, vertelt Lida Azizi, 15 jaar oud. “Robots kunnen dit werk gemakkelijker en sneller maken. Ze kunnen er aan bijdragen om onze samenleving beter te maken. Dan denk ik aan robots in de landbouw of robots in ziekenhuizen. Ik wil verder gaan in robotica en net zo goed worden als de beste mensen uit andere landen.”

Kaswar Roshan, ook 15, vertelt dat ze hun robot ‘Het Betere Idee van Afghanistan’ hebben genoemd. De robot kan oranje en blauwe ballen oppakken, op kleur van elkaar kan scheiden en ze dan op een andere plek weer kan neerleggen. De oranje ballen staan symbool voor vervuild water en de blauwe ballen staan voor schoon water. De zilveren medaille die ze in de VS heeft gewonnen bewaart Kaswar boven haar bed. “Elke avond wanneer ik in bed stap, kijk ik er naar. Dat geeft me kracht.”

Somayah Faruqi, 14, vertelt hoe zij denkt dat meer vrouwen in haar land interesse kunnen krijgen in robotica: “De meisjes in dit team moeten de erkenning krijgen voor wat ze doen en voor hun talent. Zo kunnen ze rolmodellen zijn voor andere meisjes die dat ook kunnen. Het heeft nu al gewerkt om meer meisjes in Afghanistan voor robotica te interesseren. Ineens willen heel veel meisjes in dit robotteam zitten. Voorheen dachten ze dat het alleen iets voor jongens was.”

De zes meisjes zijn overgebleven van een oorspronkelijke groep van 150 voor wie Roya Mahboob in Afghanistan een selectiewedstrijd had georganiseerd. Ze hadden allemaal al interesse in techniek, sommigen zelfs specifiek in robots. Mahboob selecteerde eerst de beste twintig van de selectiewedstrijd. Vervolgens moesten de ouders toestemming geven om hun dochter verder te laten gaan met de robotwedstrijd in de VS. Lang niet alle ouders deden dat en zo bleven er zes meisjes over.

Mahboob vertelt dat dit robotteam voor haar alles heeft veranderd: “Traditionele gemeenschappen in Afghanistan hebben decennialang genegeerd wat vrouwen en meisjes kunnen in wetenschap en techniek. Ze kennen maar één realiteit. Ik werk al tien jaar in dit veld en ik word in mijn thuisland nog steeds genegeerd. Mijn hoop is gevestigd op deze nieuwe generatie meisjes. Technologie biedt mensen een kijk op een andere realiteit en de mogelijkheid om te dromen over een betere toekomst.”

Toen bekend werd dat de oprichter van World Summit AI, de Britse Sarah Porter, het Afghaanse meisjesteam naar Amsterdam wilde brengen, ontving ze doodsbedreigingen. “Ik mag niet in detail treden, maar de bedreigingen zijn afkomstig van extremistische groepen buiten Nederland. Roya moet al jaren leven met zulke bedreigingen. Het onderwijzen van vrouwen gaat voor velen in Afghanistan nog steeds in tegen hun cultuur.”

Roya Mahboob werkt er samen met Sarah Porter en haar medewerkers hard aan om dat te veranderen. Zo hebben ze 120 internationale topwetenschappers bereid gevonden om elk van de zes meisjes in de komende twee jaar twee uur individueel mentorschap aan te bieden. Porter: “Ondanks serieuze dreigingen en tegenwerkingen, zijn deze meisjes zo vastberaden en moedig. Ik ben heel blij dat ze nu al belangrijke rolmodellen in hun land zijn. En dit is nog maar het begin.”